In mijn professionele beginperiode, 1992, was de geldende gedachte over honden trainen gebaseerd op straffen en belonen. Het uitgangspunt was: honden zijn eigenlijk wolven, zij leven in een roedel en er kan er maar ééntje de baas zijn. Zo moest je je hond dus ook behandelen: jij bent de alphaleider en de hond staat onder jou – en de rest van het gezin. Met harde hand, en machtsmiddelen, moet je hem onder de duim houden. Want, hij was altijd bezig met baas worden. Voor mij als eigenaar van een pittige wolfachtige hond klonk dit heel logisch – destijds.
De visie over hoe wolven samenleven en hoe (de verre voorouders van onze) honden leven, is de laatste decennia behoorlijk herzien. Wolven blijken in de natuur niet als dictatuur maar als een familie te functioneren en … onze huidige honden zijn écht geen wolven meer.
Toch worden nog steeds vele honden vanuit die visie onnodig veel en hard gecorrigeerd, en ook hun eigenaren onnodig bang gemaakt (‘Kijk uit dat hij je niet de baas wordt!’ ‘Pak ‘m harder aan!’), waardoor ze steeds op hun tenen lopen. Het is wetenschappelijk bewezen dat deze methode tot veel angst- en agressieproblemen leidt.
Halverwege de jaren negentig kwam er een kentering, men ging over op positief trainen. Men ging trainen met lekkers (en eventueel de clicker), en straffen (fysiek én verbaal) werd uit den boze, negeren werd het devies. Op zich kan de ‘clickermethode’ een heel leuke manier zijn om nieuwe oefeningen aan te leren.
Toch zien we dat ook deze methode niet voor iedere hond, eigenaar en situatie geschikt is. Door het ontbreken van duidelijkheid en begrenzing, én omdat veel gedrag zelfbelonend is (negeren werkt dan averechts), kan er te veel stress, irritatie en frustratie ontstaan bij de hond, én eigenaar. Als gevolg hiervan zien we in toenemende mate problemen als overdreven blaffen, hyperactief gedrag – doordraaien -, en zelfs agressie.
Daarnaast gaan bovenstaande methoden uit van manipulatie van gedrag – op al dan niet prettige wijze -, maar komen ze dikwijls niet of maar beperkt tegemoet aan de behoeften van de hond. En … die van de eigenaar.
De laatste decennia wordt er ook steeds meer wetenschappelijk onderzoek gedaan naar emoties en emotionele systemen bij honden. Mede dankzij neurowetenschapper Jaak Panksepp weten we dat, volgens de laatste inzichten, de emotionele systemen van honden niet zo gek veel van die van ons verschillen. (Honden kennen dus net als wij gevoelens als angst, wantrouwen, boosheid en blijheid, maar ook liefde, verdriet etc.) Deze emotionele systemen sturen het gedrag aan (binnen de grenzen van de individuele persoonlijkheid en ras/type). Enig begrip hiervan helpt enorm bij de vraag waarom deze hond doet wat hij doet, welke behoeften hij heeft (denk aan genegenheid, spel, werk, rust en ruimte), en daarmee ook het antwoord: wat heeft deze hond nodig van zijn eigenaren.
Al die jaren observeren, interpreteren, studeren en actief werken met duizenden honden en mensen, hebben mij het inzicht gegeven dat voor mij niet een (trainings)methode voorop staat.
Hond-mensbegeleiding is maatwerk, met oog, oor en gevoel voor de behoeften van het individu.
Veiligheid en vertrouwen is daarbij mijn uitgangspunt. Niet alléén voor de hond, maar ook voor zijn leefomgeving.